Walden-pond

Vroege winde

 

Toen ik vanmorgen naar buiten keek was ik wel wat teleurgesteld. De autoruit was bevroren. Nachtvorst dus. En dat terwijl de weersverwachting mooi weer met een middagtemperatuur van zo’n 16 graden in het vooruitzicht had gesteld. Maar kijk, ik werd blij aangestaard door een oranje beetverklikkertje dat mij, vanachter de bevroren ruit, lonkte om op avontuur te gaan. “Ach, waarom ook niet” dacht ik. Min of meer tegen beter weten in.  De watertemperatuur is nog zeker niet ideaal om de winde te gaan belagen. Gisteren had ik ‘m nog opgemeten. Krap aan 7 graden. En dat is 3 te weinig voor actieve vis.

 

 

Nadat ik koffie had gemaakt toog ik op pad door het wit uitgeslagen landschap van de Gelderse vallei. En voordat ik het water bereikt had huppelde de eerste nimf al voor mijn auto langs. Ja, precies, een goudkoppietongue-out.

 

Ik vertrok met 1 graad boven nul en arriveerde nog geen half uur later al bij 6 graden. Dat ging rap de goede kant op dus. Toch duurde het nog een paar uurtjes voordat ik de zon op mijn gezicht echt goed kon voelen. In die uurtjes had zich één grote brasem aan mijn red tag vergrepen.

 

Pas rond het middaguur schoot toch de beetverklikker, aan het einde van de drift, met een noodgang onder. Iets massiefs zette zich in beweging maar liet zich toch probleemloos door de onlangs van hans W. overgenomen Sage RPL+ #4 drillen op de volle stroom. Weer een brasem? Ik zag een wel erg brede flank. Maar ook meende ik rode vinnen te ontwaren. Wat later gleed een prachtige dikke winde mijn schepnet in. Willem, die aan de overkant stond te vissen, maakte er een paar fraaie foto’s van. (bedankt Willem).

 

Zo werd het toch nog een dag met een gouden randje. Nog veel te summier, qua windes, om de rode bal te hijsen en aan te geven dat het echt los is. Want de uren erna gebeurde er niets meer. Maar deze mooie vis gaf me wel het gevoel dat het voorjaar met rappe schreden nadert.

 

erikdenoorman