Walden-pond

Vistrip Noorwegen, een verslag

 

Elk jaar ga ik samen met een stelletje gelijk gestemden voor een vistripje naar Noorwegen. Dit keer waren (lille) Hans, Marco, Siemon en Peter ook van de partij. De laatste zou slechts de helft van het tripje aanwezig zijn i.v.m. andere verplichtingen. Daarentegen was Peter ons wel een paar dagen vooruit gereisd. De overige vier man hebben er 5 dagen het zoute water van de westkust bevist en aansluitend 5 dagen de rivieren in het oosten van het land. Hieronder onze belevenissen.


De voorbereidingen van zo’n tripje zorgen altijd al voor veel voorpret. Een bestemming moet worden gezocht, de materialen moeten op opperste staat van paraatheid gebracht worden, een geschikte huurauto en accommodatie moet gereserveerd worden en stekken dienen, zo mogelijk, te worden geselecteerd. Hierover werd al bijkans een half jaar, vooral via facebook, met elkaar gecommuniceerd. Uiteraard moesten er ook de nodige streamers en vliegen worden gebonden. Kortom, voorpret is ook pret!
Vrijdag 22 juni vertrokken we met enige vertraging van Schiphol met bestemming Ålesund. Dat is een kleine twee uur vliegen. Inclusief het lange taxiën naar de Polderbaan. Een mooie vlucht die je tijdens het landen al doet kwijlen van de omgeving. Het vliegveldje Vigra stelt niet veel voor en je bent eigenlijk voor je het weet er alweer door de douane. De Ford Mondeo bleek keurig gereserveerd en daar paste al onze bagage zowaar in één keer in. Peter stond ons al op te wachten. Hij was ons immers al vooruit gegaan.

 

Al bij het aanvliegen zie je al de enorme ruimte in dit land. Deze foto laat zelfs een tamelijk dicht bevolkt gedeelte zien.

 

  

Het Air B&B huis overtrof onze verwachtingen. Voor iets meer dan 100 euro/nacht hadden we allemaal een eigen plekje. Peter laat zijn LOOP even fraai buigen op een topstek.

 

Onze eerste bestemming was een knoeperd van een huis op een uurtje rijden van Ålesund vandaan. Er moest slechts één veerpontje worden genomen om er te komen. Volgens onze traditie werden hier, alvorens over te varen, de eerste worpjes in het zoute gedaan. Om even vast zo’n ‘BONK’ van een aanbeet te voelen. En ook nu lukte dat, ondanks het ongunstige tij, weer wonderwel. Niet al te veel later betrokken we het enorme huis dat we via Air B&B hadden gevonden. Ieder een eigen slaapkamer, twee badkamers, een boothuis met boot en verder van alle gemakken voorzien. En dat voor een prijs waarvoor je op een camping een flinke hut huurt.

 

Vanuit het bootje werden weergaloze aanbeten en vangsten gescoord. Wat een fraaie rovers zijn die pollakken toch !

 

        

Maar ook vanaf één van de vele steigers werd gevangen.  De nieuwe lichting mob flies bracht zowel kleine als ook grote jongens op de kant.

 

Kort onder de kant tref je soms heel grote vissen aan. Peter weet dat ook heel goed en bevestigde deze stelling met een mooie bak.

 

 

Marco staat geconcentreerd te wachten op wat er komen gaat. Die steigers brengen je zomaar op water van meer dan 20 meter diep!

 

Hans liet wederom zien hoe het is om de dikste te vangen. Wie weet hoe groot Hans is weet ook hoe groot deze vis is.

 

 

's Avonds na het eten even een flinke borrel zodat je er de volgende dag weer stevig tegenaan kunt. Siemon heeft zojuist een mooie gehaakt.

 

  

We hadden niet te klagen over ons natje en droogje.


Het vissen in de fjorden hebben we eigenlijk op twee manieren beleefd. Zowel vanaf de kant als vanuit het bootje. Beide methodes waren succesvol. Wat dit jaar opviel, in vergelijking met andere jaren, was dat we wat minder vis vingen. Daarentegen waren de vissen die we vingen beduidend groter en zwaarder. En daar waren we natuurlijk zeer gelukkig mee. Clousers, garnalen, de MOB dropper en diverse andere creaties deden het uitstekend. Uiteraard werd er ook vis meegenomen om te eten. Pollak is een heerlijke vis. En verser dan dit kun je ze eenvoudig weg niet krijgen.

 

Je voelt je als vanzelf nietig in zo'n mooie omgeving. En laten daar nu net de zeeforellen actief zijn!

 

 

De 10 foots #6 deed z'n werk. Deze fraaie hengel hadden zowel Marco als ik mee deze trip. wat een vakmanschap van Ton Temming.

 

Naast het huis liep een bescheiden riviertje het fjord in. Bij de uitloop ervan, een schitterende plek, wemelde het van de zeeforel. Maar verderop hadden we ook zalm het water uit zien springen. Hier werd met succes gevist met de Black Francis, een vliegje dat het op dit brakke water vrijwel altijd goed doet. En niet alleen op deze specifieke spot. En werd zeeforel gevangen. Niet de hele grote die we hoopten maar wat een heerlijke visserij was dat! Af en toe kregen we het op de zelfde plek ook nog eens aan de stok met kabeljauw en pollak die ook eens kwamen kijken op deze relatief ondiepe stek. Zo vlogen de dagen om. Vissen, eten, een borrel en dan slapen. De volgende dag herhaalde zich het zelfde ritueel. Zonder gehaast maar wel met een scheef oogje naar het tij. Iedereen ving fraaie vissen. Zuur was het dat Marco, na een half uur drillen op wat naar alle waarschijnlijkheid een heilbot was, zijn #10 brak. De vis hebben we helaas nooit mogen zien. Maar heftig was het wel kan ik je zeggen.

 

 

Peter haakte af na onze zoutwaterbelevenissen. Met pijn in zijn hart natuurlijk. de bus, pont en het vleigtuig brachten hem terug naar de bewoonde wereld.

 

Wafels eten is in Noorwegen een onontkomelijk gebruik. Deze werden live voor ons door twee kloeke meiden uit Lesja gebakken.


Woensdag de 27e juni hebben we Peter op de bus gezet. Zijn vistrip zat er op en later die dag zou hij weer naar huis vliegen. De overige vier man vetrokken die zelfde dag nog naar het oosten des lands. En omdat het natuurlijk ook vakantie was kozen we voor een fraaie omweg. Zo konden we nog extra genieten van de weergaloos mooie natuur, de fraaie wegen en de lekkere wafels met room en jam. Ter hoogte van Dombås trokken we over het Rondane massief en belandde we in het bos en rivieren gebied waar we de volgende 5 dagen zouden verblijven.
We hadden er bewust voor gekozen om de Glomma dit jaar te mijden en ons geluk te gaan beproeven op de vele andere wateren in deze omgeving. Onze verblijfplaats, wederom een riant huis, was dan ook listig gekozen.

 

 

Na een kleine 300 kilometer oostwaarts te hebben gereden betrokken we onze tweede "villa'' . Hans en Riekje waren in de buurt en bezochten ons daar.

 

We arriveerden er in de middag en even later kwamen Hans W. en zijn lieve vrouw ons even opzoeken. Ze hebben een huis in de omgeving waar ze een groot deel van het jaar verblijven. Uiteraard hadden we ook nu weer verse (ingevroren) zeevis voor hen meegenomen. En omdat het weerzien zo gezellig was bleven ze een hapje mee eten die avond.
Hans W. begeleide ons de volgende dag naar wat heel fraaie plekken om te gaan vissen. De rivier kende we al wel van eerdere tripjes maar waar we nu terecht kwamen was regelrecht vliegvisparadijs te noemen. Een flink eind van de weg af midden in de waanzinnig fraaie natuur. Daarna verdween hans W. weer naar Skogli en mochten we de stekken zelf verder ontdekken.

 

Tja, en toen belandde we op dit soort stekken. Als je het alleen al aanschouwd ruik je als het ware de vis al.

 

 

Van hengeldruk is geen sprake. je staat er gewoon de hele dag in je eentje te vissen. Vlagzalm vooral. maar daar kwamen we voor!

 

Ook deze vis vergistte zich in een zwarte rukmug met een roze kuifje. De vlieg die ons dit keer heel veel vis opleverde.

 

 

De vlag van een vlagzalm is meestal roodachtig. Op dit water zit er dikwijls ook een fraai zweempje blauw in. Na afloop hingen de waadpakken uit te ademen aan het droogrek.

 

Marco pakte een mooie wilde bruine forel die in de eerste run zomaar 20 meter van de reel sjorde.

 

Man man wat een mooi water troffen we er. Heel anders dan de Glomma. Zelfs de kleur van het water is anders. Diverse mooie pools, sommige groot, anderen weer klein, troffen we er. En er bleek goed vis te zitten. Hoewel het vangen niet altijd even gemakkelijk ging. Op zich zit er meer uitdaging in om tot vangen te komen dan op de Glomma. Maar toch hebben we allemaal heerlijk vlagzalm gevangen. Marco kon zijn nieuwe #6 zelfs waardig inweiden op een prachtige en beresterke forel. Na zo’n dag over de keien struinen was je wel aardig moe. Maar in de stilte waar ons huis stond viel je telkens weer heerlijk in slaap. En zo verstreken de dagen in een prettige regelmaat van ontbijten, vissen, boodschappen halen, eten en slapen. Op een dagje met veel wind na troffen we ook nog eens met het weer. Ondanks dat we op ruim 700 meter boven zeeniveau verbleven was het ronduit zomers.

 

De plaat hierboven en de twee hieronder laten zien hoe veelzijdig het landschap in deze regio is. Een mooiere dwarsdoorsnede van Noorwegen is nauwelijks mogelijk.

 

Met het KLM city hopper boemeltje vlieg je dan na 10 dagen weergaloos genieten weer huiswaarts. Wat een anticlimax is het om weer op Schiphol te landen en de drukte in te stappen.

 

De 2e juli zat dit tripje er weer op voor ons vieren. Met een kop vol fijne herinneringen aan het vissen, de prima onderlinge verstandhouding van dit clubje kerels, de indrukken van dit telkens weer zo imponerende land, de rust en nog zoveel meer reden we die dag weer naar het vliegveld van Ålesund. Ook nu weer heel relaxed om nog even zoveel mogelijk te genieten. Zo stopten we hier en daar op blaartrekkend mooie plekken die niet in touristenfolders staan en deden we nog even wat boodschappen.
En dan sta je zomaar, paar uur later, op het drukke Schiphol. Je ziet daar in één oogopslag meer mensen dan dat we er de afgelopen 10 dagen bij elkaar hebben gezien. Dan weet je zeker dat het vistripje voorbij is. Maar ook dat het niet het laatste tripje zal zijn.

 

erikdenoorman